naar top

Spotnamen

Knaptanden
De bijnaam ‘Dendermondse knaptanden’ komt al voor in 1631 en zou ontstaan zijn naar aanleiding van een onbekende vis die in de Dender rondzwom. Dit reusachtig gedrocht had een muil vol vreselijke tanden, waarmee het vervaarlijk knapte.
Gedurende vele decennia was ‘knaptand’ een veelgebruikte naam in de spot die de rivaliteit tussen Aalst en Dendermonde ten top dreef. Vele Aalsterse hekeldichters maakten dankbaar gebruik van deze naam. In de ommegang werd dit een fabelachtig dier met een kop, die geleek op een honden- of wolvenkop.
Traditioneel lopen er knaptanden mee in zowel Katuit als de Ros Beiaardommegang. Met hun klapperende tanden zorgen ze zowel voor vrolijke als angstige gezichten.

Kopvleesfretters
’Kopvleesfretters’ wijst op een bepaalde karaktertrek van de Dendermondenaren waarmee zij in de streek geplaagd worden. Men zegt dat zij dol zijn op wat in de volksmond ‘kopvlees’ genoemd wordt. De reden hiervoor ligt niet zozeer in het bijzonder smaakgenot hieraan verbonden; zij is veeleer te zoeken in de typische karaktertrek van de snoever, de kale pronker.
Spotlustige Aalstenaars beweerden dat de Dendermondenaren de krengen van honden uit de Dender opvisten om er kopvlees mee te maken. Maar ja, die van Aalst …
Sinds 1977 is aan de spotnaam ook een eigen praalwagen gelinkt, de zogenaamde ‘kopvleeswagen’. Voordien werd het kopvlees bedeeld door kopvleesdragers die deze Dendermondse specialiteit uitdeelden vanop grote draagplanken. Jarenlang stond Theo De Smedt, telg van een gerenommeerde Dendermondse beenhouwersfamilie, in voor de levering en bedeling van het kopvlees. Hij werd opgevolgd door naamgenoot Luc De Smedt. Sedert bijna twee decennia neemt slager Frank Van Dist deze opdracht voor zijn rekening.

Tijdens elke Reuzenommegang wordt ruim 200 kg kopvlees bedeeld aan het publiek.

Scheepstrekkers
De spotnaam ‘scheepstrekkers’ herinnert aan de tijd toen Dendermonde nog een bloeiende haven had en de schepen de stad werden ingetrokken door krachtige mannen al dan niet met behulp van paarden. Ook in andere Vlaamse en Nederlandse steden, die voor de opkomst van de scheepsmotoren al een eigen haven hadden, komt men deze spotnaam tegen.

Makeleters
De spotnaam ‘makeleters’ dateert uit de 15e eeuw. Makel zou geen makreel zijn, wel een kleinere riviervis, in vorm gelijkend op brasem maar iets platter. In de ommegang wordt deze spotnaam uitgebeeld door een groep vissers en vissersvrouwen die gerookte vis uitdelen aan de kijklustigen.

Polydoorkes
De spotnaam ‘Polydoorkes’ is opnieuw een attentie van de Aalstenaars, die zinspeelt op de naam van Polydoor De Keyser, een geboren Dendermondenaar en later Lord Mayor van Londen. Hij werd op 26 augustus 1888 op luisterrijke wijze in zijn geboortestad ontvangen. De vreugde en de trots van de Dendermondenaren was groot, maar de spottende uitlatingen bleven niet achterwege.

Flauzenmakers
Eén van de ‘vergeten’ spotnamen is de naam ‘Flauzenmakers’, waarmee de Dendermondenaren vroeger geplaagd werden. Deze spotnaam verwijst naar het niet bepaald bescheiden karakter van de modale Dendermondenaar. Zij werden immers voor bluffers gehouden.

  • Een man in historische kledij serveert kopvlees met mosterd aan toeschouwers.
  • Mensen in historische chique kledij met hoeden op een praalwagen.
  • Vier wolfachtige figuren met grote opengesperde bek vol witte tanden.
  • Pijnders gekleed in rode hemden en grijze broeken die met een touw een schip voorttrekken.
  • Mannen in historische kledij met plateaus vol sprot uitdelen in de straten van Dendermonde.