Het waren niet alleen machtige heersers en heiligen die in de middeleeuwen tot de verbeelding spraken. Er waren ook verhalen over fabeldieren zoals een draak en een hellehond, duivelsfiguren en andere rare wezens. Vanaf de 15e eeuw zien we ze meer en meer opduiken in de ommegangen. Vaak schuilen daar fantastische verhalen achter.
Zo is er het verhaal van Sint-Joris, die als Romeinse soldaat een hele stad redde door een draak te doden die de bevolking teisterde. Ook de angstaanjagende hel was een veel voorkomend thema in processies en ommegangen. In Dendermonde kennen we sinds de 15e eeuw een Hellewagen.
Tot slot is er nog het volksverhaal van de Helleput, waarbij een koster zich zou bezondigd hebben aan het luiden van een ongewijde klok. De duivel, in de gedaante van een dwalenden hond, met slepende keten, en oogen die brandden vermoordde de koster en rukte de klok uit de toren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk om ze te verzinken in een moeras aan de stadsrand. Van die Helleput werd gezegd dat iedereen de naam, maar niemand de afgrond kent.