naar top

Verhaal 5 - Over vissen en watermonsters

Ook het ambacht van de vissers is rechtstreeks gelinkt aan de overvloedige aanwezigheid van water in en om de stad. Sedert de 14e eeuw stonden zij in voor de keuring en verkoop van alle aangevoerde verse en gezouten vis en schaaldieren. De vismarkt bevond zich eeuwenlang op het plein tussen de Visgracht en het Stadhuis (nu Justitieplein). Daar werden heel wat soorten verhandeld, waaronder makkel. Die, ondertussen uitgestorven vissoort verwant aan de brasem, moet hier veelvuldig verhandeld geweest zijn, want de Dendermondenaren stonden in de 15e eeuw en 16e eeuw bekend als ‘mackeleters’.

Tussen alle vissen bevonden zich af en toe ook bijzondere exemplaren. Zo is er het verhaal van de knaptand: een enorme monsterachtige vis in de Dender, gewapend met scherpe tanden die schrikwekkend knapten. Men zou er nooit in geslaagd zijn het watermonster te vangen, maar het vond wel zijn weg naar de ommegangen.

Een andere vreemde vangst dateert van 1711 toen vissers van de heer van Grembergen, en vissers van Baasrode een zogenaamde ‘Walvis’ konden vangen (eigenlijk een witte dolfijn of beloega).